Deze richting biedt een diepgaande verkenning van verschillende ecosystemen, waarbij ze samen met biotopen worden geïdentificeerd en de interacties tussen biotische en abiotische factoren worden geanalyseerd.

 

Je leert de wetenschappelijke namen van fauna en flora en bent in staat zowel de fauna als de flora te benoemen op basis van hun kenmerken.

 

Daarnaast word je aangemoedigd om na te denken over natuuraanleg en infrastructuur, waarbij de aanleg en het beheer van natuurgebieden daadwerkelijk in de praktijk worden toegepast. Er wordt ook aandacht besteed aan de dieren in natuurbeheer.

Door nauw samen te werken met verschillende natuurgebieden in de streek, verwerf je vaardigheden zoals doordacht maaien, snoeien volgens boom- en struiksoort en onderhoud van poelen en vijvers. Daarbij is het correct gebruik en onderhoud van diverse materialen van groot belang.

 

Naast deze praktische vaardigheden worden planning en evaluatie geïntegreerd in het leerplan om alles in goede banen te leiden.

 

Tijdens de maandelijkse stage worden deze vaardigheden en de bijbehorende kennis verder uitgediept, waardoor je een brede en diepgaande expertise ontwikkelt in het beheren en behouden van verschillende ecosystemen.

Na deze richting kan je onmiddellijk in het arbeidsveld aan de slag of kan je verder studeren.